WE 300

Wanneer ik uit school kom en dorstig naar de kraan loop om te drinken, valt mijn oog op een bierflesje met een speen erop.

Ik ren naar mijn moeder die buiten op de dijk de was aan het ophangen is en vraag haar bijna juichend, “hebben wij er weer een”?

Moeder trekt een lang laken opzij en mijn blik valt op een jong lammetje, dat  voorzichtig met zijn neus over het gras snuift.

Ik ren op hem af en knuffel hem zachtjes en snuif zijn overbekende aparte schapengeur van hem op.

Zachtjes mekkert het lammetje en ik geef hem zijn naam…….. “klein schaapje”.

“Mag ik hem straks voeren”, vroeg ik hoopvol om zodoende mijn grote broer voor te zijn?

“Ja hoor”, zei moeder, die zich nooit ergens druk om maakte.

Mooi, want ik wist precies hoe dat moest.

Als mijn vader de koe had gemolken en de melk nog warm was, liet ik het schoon uitgekookte bierflesje in de emmer zakken en liet het vollopen met melk.

Daarna de speen erop en liep ermee naar het schaapje die kwispelend met zijn staartje gulzig begon te drinken.

Het schaapje was een potlammetje dat door de moeder was afgestoten en door ons van een boer was gekocht om het gras rond de boerderij kort te grazen zodat mijn vader het niet hoefde te maaien.

Het hele jaar door speelden wij met het beest en verzorgden het goed door ’s morgens de kettingpen waarmee hij vastzat enkele meters te verplaatsen voor vers gras.

In het najaar was er geen gras meer en werd het verkocht.

’s Avonds wilde wij hem naar bed meenemen, zodat die rotvent van een veehandelaar, hem niet kon meenemen.

Maar elk jaar vonden wij ´s morgens de ketting met de losse halsband waaraan geen schaap meer vastzat!

44 thoughts on “WE 300

  1. Pingback: WE voor de maand november | Platoonline

      • Hulk, het is simpel. Je klikt )op de titel van je stukje in de rechterkolom (meest recente berichten). Even later zie je je stukje verschijnen.

        Nu kijk je in de adresbalk boven in je scherm. Daar staat het adres van je stukje. Klik dat adres aan zodat dit adres blauw wordt.

        Ga met je muis in dat blauwe stuk staan en klik met je rechtermuistoets op kopiëren.

        Dan ga je naar Platoonline en wel naar de reacties van de WE opdracht. Daar klik je op plakken en hup, daar staat die adresregel.

        Mocht het nu niet lukken, zet dan even in het reactieveld van het opdrachtlogje: Plato ik heb een WE geschreven. Dan kom ik naar je weblog en kopieer zelf even dat adres.

        Je hebt dus twee mogelijkheden. Kijk maar even. Samen komen we er wel uit.

  2. Kleine schaapje, door mijn jongste broertje omgedoopt in ‘keie kaapje’.
    Een wonderdier!
    Wij hadden alle jaren een potlam maar niet een zoals ‘keie kaapje’, het was net een hondje.
    Je kon er zo heerlijk mee spelen.
    Mijn broertje had een schuimrubber blok van 75 cm x 75 cm.
    Daarmee liep hij naar het schaapje toe en stootte het blok even zijn richting op.
    Het schaapje nam een paar passen achteruit en kwam vervolgens snel springend aan stormen om met een flinke kopstoot in het kussen te duiken.
    Daarmee stootte hij ook mijn broertje om en ging hem vervolgens in zijn buik rammen.
    Broertje kwam dan niet meer bij van het lachen.

    Een a.s. zwager deed dat ook eens maar dan met zijn vuisten. ‘keie kaapje’ achteruit, plotseling snel naar voren springen in de stoothouding en zwager dacht er wijdbeens overheen te springen.
    Maar ‘keie kaapje’ gooide zijn kop in de lucht en pakte hem vol in zijn noten.
    De hele familie was hier getuige van en het werd helemaal stil op het erf van het lachen.

    Wanneer het gras heel hoog stond in een weiland achter de boerderij lieten wij het schaap los en verstopten wij ons in het hoge gras.
    Vervolgens gingen wij hem roepen en kwam hij met een noodgang op je af en begon in je lichaam te stoten.
    Daarna weer snel verstoppen en het beest ging je echt zoeken waarna de het vorige herhaald werd.
    Echt bijzonder mooie tijden meegemaakt met dit schaap.
    Maar ook hij ging in het najaar weg en daar hebben wij echt om gehuild.

  3. Ahhh,,, al lezend ga ik ook terug naar mijn jeugd. In de paasvakantie… logeerpartijen bij mijn oma. En ja,,, daar was steevast een paplammetje (geen potlammetje 🙂 ) die wij de fles mochten geven… En dan dat kwispelende staartje! Als een hondje namen we het mee uit wandelen… we vonden het prachtig, Hoe cru dat het beestje bij jullie werd verkocht… dat is toch niet uit te leggen aan een kind?

Geef een reactie op gewoonanneke Reactie annuleren